Bij het veilig afnemen van digitale (summatieve) toetsen dient men zich eerst af te vragen wat er onder 'veilig' wordt verstaan. Wat vinden wij belangrijk als organisatie en wat vinden wij acceptabel bij het afnemen. In hoeverre is het volledig systeemafhankelijk of is veilig afnemen ook deels in handen van menselijk handelen? En willen we het 100% 'dichttimmeren'? Is dat wel mogelijk? en wat is de relatie tussen veilig toetsen en fraudebestendig toetsen?
Om digitale toetsen veilig en fraudebestendig af te nemen onderscheiden we 4 soorten 'veiligheid':
- de technische veiligheid
- de organisatie veiligheid
- de facilitaire veiligheid
- de toetsveiligheid
Onder technische veiligheid wordt verstaan in hoeverre het systeem en/of de software de veiligheid kan instellen. Bijvoorbeeld afnemen van digitale toetsen in een beschermde omgeving door een eigen 'tentamenstand' of door een software tool (bv QM Secure).
De organisatieveiligheid heeft te maken met de organisatie en uitvoering van de afname. De check op ID gegevens, de aanwezigheid van studenten en het aftekenen daarvan en het werk als surveillant bij de afname zelf.
De facilitaire veiligheid gaat over de inrichting van de toetsplek zelf. Dit is gericht op de afstand tussen de toetsplekken, het aanwezig zijn van een scherm tussen de toetsplekken en de toetsruimte in zijn geheel.
De toetsveiligheid heeft betrekking op de samenstelling van de toets. Bij volledige ad random toetsen (vragen en antwoorden ad random uit een database) wordt de veiligheid groter en de fraudegevoeligheid minder.
Voor elke organisatie zal bekeken moeten worden wat wenselijk en haalbaar is binnen de genoemde soorten veiligheid.
Rob van den Heuvel, eigenaar VDHC digitale toetsing, www.digitaletoetsing.nl
.
Om digitale toetsen veilig en fraudebestendig af te nemen onderscheiden we 4 soorten 'veiligheid':
- de technische veiligheid
- de organisatie veiligheid
- de facilitaire veiligheid
- de toetsveiligheid
Onder technische veiligheid wordt verstaan in hoeverre het systeem en/of de software de veiligheid kan instellen. Bijvoorbeeld afnemen van digitale toetsen in een beschermde omgeving door een eigen 'tentamenstand' of door een software tool (bv QM Secure).
De organisatieveiligheid heeft te maken met de organisatie en uitvoering van de afname. De check op ID gegevens, de aanwezigheid van studenten en het aftekenen daarvan en het werk als surveillant bij de afname zelf.
De facilitaire veiligheid gaat over de inrichting van de toetsplek zelf. Dit is gericht op de afstand tussen de toetsplekken, het aanwezig zijn van een scherm tussen de toetsplekken en de toetsruimte in zijn geheel.
De toetsveiligheid heeft betrekking op de samenstelling van de toets. Bij volledige ad random toetsen (vragen en antwoorden ad random uit een database) wordt de veiligheid groter en de fraudegevoeligheid minder.
Voor elke organisatie zal bekeken moeten worden wat wenselijk en haalbaar is binnen de genoemde soorten veiligheid.
Rob van den Heuvel, eigenaar VDHC digitale toetsing, www.digitaletoetsing.nl
.